De Val van Antwerpen: na 1585 werd de Nederlandse taal Hollands

Allegorie op de val van Antwerpen op 17 augustus 1585. Door Hans Vredeman de Vries. Ca. 1585. Museum aan de Stroom (MAS), Antwerpen

Het dialect van Holland – en niet dat van Brabant of Vlaanderen – heeft de Nederlandse standaardtaal gevormd. Genadeloos prikt Miet Ooms een taalmythe door in Van vogala tot noncha, een heerlijk toegankelijk boek over het historische verhaal van het Nederlands. Cruciaal was de Val van Antwerpen van 1585, de scheiding tussen Noord en Zuid. Een fragment.

‘In het begin van de zestiende eeuw was het goed toeven in de Nederlanden. Het was de rijkste, dichtstbevolkte en meest verstedelijkte regio van heel Europa. De meest ontwikkelde provincies waren Vlaanderen, Brabant, Zeeland en Holland, niet toevallig degene met havens en met toegang tot de Noordzee. Sinds Maximiliaan van Oostenrijk werden de Zeventien Provinciën bestuurd door de Habsburgse dynastie en vielen ze onder het Heilig Roomse Rijk. Onder kleinzoon Karel V, die van zijn moeder het Spaanse rijk inclusief kolonies had geërfd, maakten de Lage Landen deel uit van een wereldrijk. De steden, met Antwerpen op kop, profiteerden van de handel in een rijk waar de zon nooit onderging.’

Verder lezen →

Melde gehorsamst: de nieuwe Švejk, rechtstreeks vanuit het Tsjechisch

De brave soldaat Švejk wordt weer eens afgeblaft, ditmaal door luitenant Dub. Tekening: Josef Lada

De brave soldaat Švejk, de Tsjechische klassieker uit de wereldliteratuur van Jaroslav Hašek, werd deze zomer naar het Nederlands vertaald door Kees Mercks. Mercks bespreekt een zelfgekozen fragment en beantwoordt de vraag waarom een spiksplinternieuwe vertaling eigenlijk nodig was. ‘Ik vond de vorige een beetje te lollig.’

Kees Mercks (81) is al lang gepensioneerd, maar zal zich ook vandaag weer aan het vertalen zetten. Iets van Jaroslav Hašek, en wel twee verhalen waarin de brave soldaat Švejk voorkomt. ‘Vrijetijdvulling,’ noemt hij het. Misschien komt er een boek van, misschien niet. Hij wacht het juiste moment af om een uitgeverij te benaderen. Zijn werk is eenzaam, erkent hij, maar ook spannend: kruipen in de huid van een auteur, zoeken naar een manier om een tekst precies zo over te brengen als hij denkt dat die er staat.

Anti-Sovjetprotest
Mercks studeerde Russisch aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Tot 1968. In dat jaar viel de Sovjetunie Tsjechoslowakije binnen en maakte met bruut geweld een einde aan de Praagse Lente. ‘Ik besloot voortaan al mijn energie in het Tsjechisch te steken en het Russisch op zijn beloop te laten. Een soort protest? Jazeker.’ Hij studeerde twee jaar lang in Praag en begon in 1975 als docent aan de UvA. In hetzelfde jaar debuteerde hij als vertaler met de roman Guinese biggetjes van Ludvík Vaculík, een Tsjechische dissident. Tot aan zijn pensioen in 2009 zou Mercks werken vertalen van onder anderen Ivan Klíma, Václav Havel, Karel Čapek, Jiří Weil en Comenius, met enkele prijzen als gevolg, waaronder de Martinus Nijhoff Vertaalprijs. Nee, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, de internationale bestseller van Milan Kundera, zit daar niet bij. ‘Die heeft een collega van mij, Jana Beranová, vertaald.’

Verder lezen →

De vrouwen verdwijnen uit het Nederlands, het Duits krijgt ze er juist bij

Het Nederlands is nauw verwant aan het Duits. Toch leidt de behoefte aan inclusie in beide taalgebieden tot zeer verschillende resultaten. In het Duits wordt gestreden voor vrouwelijke zichtbaarheid, het zogeheten Gendern, in het Nederlands gaat daar juist een streep door. Waarom?

Dat Gendern een ding is, wist ik niet. Als u een Duitser bent en zich nu verbijsterd afvraagt waar ik al die tijd heb geleefd, dan is het antwoord: in Nederland. Als internationaal gastredacteur op de cultuurredactie van Die WELT, oftewel het Feuilleton, is de ophef voor mij dan ook iets totaal nieuws. Toch is mijn levensloop behoorlijk Duits. Ik groeide op in de grensstad Venlo, als zoon van een moeder uit de Eifel, keek als kind naar Die Sendung mit der Maus en las Max und Moritz. Tot op de dag van vandaag lees ik regelmatig Duits (o, die Gereon Rath-romans van Volker Kutscher!). Maar Gendern?

Verder lezen →

Gendern NL: Im Niederländischen verschwinden die Frauen – zumindest sprachlich

Das Niederländische ist dem Deutschen sehr nahe verwandt. Doch im Nachbarland will man sprachliche Gerechtigkeit ganz anders herstellen, erklärt unser niederländischer Gastredakteur: Auch für Frauen gebrauchen immer mehr Medien die maskuline Form. Die Begründung könnte deutsche Gender-Befürworter verunsichern.

Dit is een oorspronkelijk Duitstalig artikel. De Nederlandse vertaling volgt binnenkort

Dass Gendern ein Ding ist, habe ich nicht gewusst. Wenn Sie sich jetzt fassungslos fragen, wo ich all diese Zeit gelebt habe, dann lautet die Antwort: in den Niederlanden. Als internationaler Gastredakteur beim WELT-Feuilleton erfahre ich die Aufregung deswegen als etwas völlig Neues. Dennoch sieht mein Lebenslauf ziemlich deutsch aus. Aufgewachsen in der Grenzstadt Venlo, Sohn einer Mutter aus der Eifel, als Kind bekannt mit der „Sendung mit der Maus“ und Max und Moritz. Bis heute lese ich regelmäßig Deutsch (Ach, die Gereon-Rath-Romane von Volker Kutscher!). Aber Gendern?

Verder lezen →

Donald Trump, een New Yorker, komt niet uit Nieuw-Amsterdam

New York werd gesticht door Nederlanders. Om die reden loopt de diepe kloof die de VS verdeelt al vier eeuwen tussen Boston en het voormalige Nieuw-Amsterdam, betoogt de Amerikaanse historicus Russell Shorto in zijn nieuwe boek. En: waarom Trump het opnam tegen een inheems volk.

‘Het is dinsdag 26 augustus 1664, een nazomerdag in een toch al druk jaar voor een zekere Richard Nicolls. Hij staat op het dek van een houten schip dat door het weidse amfitheater van een haven met ruisende bomen glijdt. Hij staat voor een dilemma. Enerzijds is hij precies waar hij wil zijn: vlak bij de kust van Long Island, tegenover zijn bestemming. Zijn probleem: hij is alleen. Hij heeft maar één schip, dat langzaam de elegante waterpartij binnenvaart, die weldra vijandelijk gebied zal zijn.’

Zo begint Russell Shorto zijn boeken het liefst: midden in de handeling, de situatie geschetst, in beeldende taal. Daarna verlaat hij de scène en duikt in de historische context, vol kleurrijke figuren en voorgeschiedenissen, om er pas later naar terug te keren. Zo deed de Amerikaanse historicus en journalist het in zijn bestseller Nieuw-Amsterdam. De oorsprong van New York (oorspronkelijke titel: The island at the center of the world, 2004). En zo doet hij het weer – zoals het bovenstaande citaat laat zien – in het vervolg, dat afgelopen maart uitkwam: De geboorte van New York (of Taking Manhattan. The extraordinary events that created New York and shaped America).

Verder lezen →

Donald Trump, obwohl New Yorker, kommt nicht aus Neu Amsterdam

New York wurde von Niederländern gegründet. Deshalb verläuft der große Graben, der die USA trennt, seit 400 Jahren zwischen Boston und dem ehemaligen Neu Amsterdam, verrät der amerikanische Historiker Russell Shorto in seinem neuen Buch. Und: Warum Donald Trump einen Indianerstamm bekämpfte.

N.B. Dit is een oorspronkelijk Duitstalig artikel. De Nederlandse vertaling vind je hier

„Es ist Dienstag, der 26. August 1664, der Spätsommer eines ohnehin schon sehr arbeitsreichen Jahres für einen gewissen Richard Nicolls, der sich auf dem Deck eines Holzschiffes befindet, das durch dieses weite Amphitheater eines Hafens mit raschelnden Bäumen fährt. Er steht vor einem Dilemma. Einerseits ist er genau dort, wo er sein möchte: nahe der Küste von Long Island, seinem Ziel gegenüber. Sein Problem ist, dass er allein ist: Er hat nur sein einziges Schiff, das auf eine riesige, anmutige Wasserlandschaft zugleitet, die bald feindliches Territorium sein wird.“

So fängt Russell Shorto seine Bücher gerne an: mitten in der Handlung, die Lage geschildert, in anschaulicher Sprache. Danach verlässt er die Szene, taucht in den historischen Kontext, voller farbenreicher Figuren und Vorgeschichten, kehrt dann erst wieder zurück. So hat es der amerikanische Historiker und Journalist gemacht in seinem Bestseller „New York. Insel in der Mitte der Welt“, 2004 erschienen im Rowohlt-Verlag. So macht er es – wie obiges Zitat beweist – auch in dem Nachfolger, der im März veröffentlicht wurde, aber noch nicht ins Visier eines deutschen Verlages geraten ist: „Taking Manhattan. The extraordinary events that created New York and shaped America“ (Verlag W.W. Norton & Company).

Verder lezen →

Die Afrikaner maak so: het Afrikaans in hedendaags Zuid-Afrika

Bord in Jeffreysbaai, Zuid-Afrika

Welke rol speelt het Afrikaans nog in hedendaags Zuid-Afrika? De sprekers zijn talrijk, de populaire cultuur bloeit – maar toch. Michael Jonas, directeur van het Afrikaanse Taalmuseum: ‘De taal staat onder druk. Engels is gewoon goedkoper.’

Wie aan het Afrikaans denkt, schiet wellicht hysbak (lift) of peuselhappie (snack) te binnen: woorden die ons Nederlanders grappig in de oren klinken (zie ook mijn artikel Snaakse voël). Of het volksliedje ‘Loslappie’, dat ex-zangduo Nick en Simon ten gehore bracht in de tv-serie Die Suid-Afrikaanse droom. Of de Afrikaanstalige rapper Jack Parow. Nederlanders boven de veertig denken mogelijk terug aan de Apartheid, de periode van rassenscheiding onder presidenten die Afrikaans als moedertaal hadden. Aan die tijd kwam een einde met de nieuwe grondwet van 1994, die elf talen tot officiële taal verhief (gebarentaal is sinds 2023 de twaalfde). Hoe dan ook, wie tegenwoordig een rondreis door Zuid-Afrika maakt, doet dat doorgaans in het Engels. De taal van de nieuwe tijd, nietwaar? Toch wordt in Zuid-Afrika nog volop Afrikaans gesproken. Hoe is de positie van de taal, afkomstig van Nederlandse kolonisten uit de zeventiende eeuw, anno nu? Die vraag leg ik ter plaatse voor aan Michael Jonas, directeur van het Afrikaanse Taalmuseum en -monument in Paarl.

Verder lezen →

Snaakse voël: Afrikaans in vogelvlucht (op basis van een Deon Meyer-thriller)

Opschrift langs de N2 tussen Mosselbaai en Swellendam, Zuid-Afrika

Van de internationale bestsellerauteur Deon Meyer verscheen dit jaar Leeuw. Het is alweer zijn achtste thriller rond Bennie Griessel, politierechercheur in Zuid-Afrika. Wat niet veel mensen weten, is dat Meyer zijn boeken schrijft in het Afrikaans, de enige dochtertaal van het Nederlands.

Meyer is een Zuid-Afrikaan en Afrikaans is zijn moedertaal. Hij woont in het universiteitsstadje Stellenbosch, niet ver van Kaapstad. In tegenstelling tot wat een hoop Nederlanders denken, wordt Afrikaans veel gesproken in Zuid-Afrika, en niet alleen door witte mensen (al staat de taal wel onder druk, zoals de directeur van het Afrikaanse Taalmuseum me vertelde). Afgelopen zomer reisde ik door dat land en ik vond het Afrikaans een feest, zo herkenbaar is het. Het is de taal die Nederlandse handelaren en kolonisten in de zestiende en zeventiende eeuw meenamen naar Kaap de Goede Hoop, waar zij Kaapstad stichtten als een verversingspost voor schepen onderweg naar Azië. Dat merk je, maar tegelijkertijd bestaan er ook verschillen.

Verder lezen →

Mijn debuutroman: Een maand in Managuay

Na jaren wachten (althans, dat geldt voor mij) is er eindelijk de grote Managuay-roman. Bij uitgeverij Prometheus verscheen op 29 februari 2024 mijn debuut Een maand in Managuay. En in april volgt de tweede druk! Een roman over ambitie, vriendschap, liefde en de Fuego Infierno Volcánico, de heetste chilipeper ter wereld. Klik op de categorieën hieronder voor meer informatie.

Het Latijn van India: Sanskriet, een dode taal die leeft

Iconisch werk in het Sanskriet: het epos Mahabharata
Een pagina uit het Indiase epos Mahabharata, uit een 17de-eeuws manuscript. Prins Uttara (rechts) en zijn wagenmenner Arjuna vinden gestolen vee terug

Sanskriet, een oeroude taal uit Azië, is verwant aan het Nederlands. Het ‘Latijn van India’ maakt een opvallende comeback – mede dankzij een populaire televisieserie uit de jaren tachtig.

Wie meer over Sanskriet wil weten, belt met prof. dr. Paul van der Velde. De hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschap aan de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft Indiase talen gestudeerd, waaronder Sanskriet, en promoveerde op Middeleeuws Hindi. In Nijmegen geeft hij onder meer colleges Hindi en Sanskriet. ‘Nooit aan grote groepen,’ voegt Van der Velde er fijntjes aan toe.

Waar moeten we Sanskriet van kennen?
‘Studenten Nederlands hadden het vroeger vaak als bijvak. Dit vanwege het vergelijkende element: Sanskriet is een heel oude, Indo-Europese taal. Kenners schrijven het trouwens als ‘sanskrit’. En de klemtoon ligt op de eerste lettergreep: sánskriet. In het Sanskriet zelf heet de taal Sanskrta. Dat betekent gevormd, gecultiveerd. Het tegenovergestelde is prakrit: volks.’

Dus het Nederlands en het Sanskriet hebben dezelfde voorouder?
‘Dat klopt. Ooit moet er een taal hebben bestaan die zich uitstrekte van Europa tot aan India. Die noemen we het Proto-Indo-Europees. Europeanen hebben het bestaan ervan pas ontdekt toen ze zich gingen verdiepen in het Sanskriet en de overeenkomsten zagen met hun eigen talen. Het Germaans, waar het Nederlands uit voorkomt, is al vroeg afgesplitst van het Proto-Indo-Europees. Sanskriet is er redelijk dicht bij in de buurt gebleven. Toch kun je goed merken dat de talen verwant zijn. Ons woord ‘hart’ is in het Sanskriet bijvoorbeeld hrt, uit te spreken als hurt. En ‘wagen’ is vahana. ‘Is’ is as. In ‘worden’ herken je de Sanskriet-wortel wrd, uitgesproken als vurd. ‘Zwerk’ is svarga. Soms kom je in het Sanskriet letterlijk een Nederlands woord tegen.’

Verder lezen →